Jozef ziet Benjamin terug

Toen het graan in Kanaän opnieuw was opgeraakt, keerden de broers terug naar Egypte. Benjamin was er deze keer ook bij. Jakob had hem met veel verdriet en angst laten gaan. Hij wist dat hij geen andere keus had. 

Toen ze voor Jozef stonden, bogen ze opnieuw voor hem. Hun broer Simeon werd uit de gevangenis gehaald.

Jozef vroeg zich af of het gedrag van zijn broers na al die jaren was veranderd. Hij besloot hen te testen. Hij gaf zijn huismeester een opdracht: "Vul de zakken met graan. In de zak van de jongste broer leg je ook mijn zilveren beker."

Jozef stuurde ze naar huis, maar ging hen even later snel achterna toen ze de stad bijna hadden verlaten. "Waarom hebben jullie mij bestolen?" riep hij. "Ik was vriendelijk en heb jullie graan gegeven. Is dit jullie dank?" Hij trok de zakken met graan open en haalde de zilveren beker uit de zak van Benjamin.