Jozef, de gestolen beker
De broers waren geschokt en in de war toen ze de zilveren beker zagen in de zak van Benjamin. Ze zeiden tegen elkaar: "Dit is vast onze straf voor de vreselijke dingen die we met Jozef hebben gedaan." Ze wisten niet dat Jozef hen kon verstaan. Jozef zei: "Omdat jullie jongste broer een dief is, blijft hij bij mij als mijn slaaf!"
Juda viel voor Jozef op zijn knieën: "Laat mij zijn plaats innemen, heer! Als Benjamin niet mee naar huis gaat, sterft onze vader van verdriet! Neem mij maar gevangen. Alstublieft, niet Benjamin!"
"Juda neemt het op voor Benjamin," dacht Jozef. "Ze zijn dus echt veranderd?" Dit raakte hem diep.
